Vaginisme: wat is het en kun je er vanaf komen?

vaginisme

Lukt het jou niet om te vrijen? Of beter gezegd: kun jij niet gepenetreerd worden vanwege pijn of omdat jouw vagina niet groot genoeg lijkt te zijn? Het zou kunnen dat jij dan last hebt van vaginisme. Hoe je daar mee om kunt gaan, of er behandelingen mogelijk zijn en wat de oorzaken zijn lees je in dit artikel.

Wat is vaginisme?

Als jij vaginisme hebt, dan is het (meestal) onmogelijk om een vinger, tampon of penis in te brengen in jouw vagina. De spieren rond je vagina – je bekkenbodemspieren – spannen zich zo hard aan, dat het niet mogelijk is om iets in te brengen. Je spieren spannen zich onwillekeurig aan, waardoor het kan voelen alsof de vagina op slot zit. Zelfs de gedachte aan het inbrengen van een tampon, vinger of penis kan zorgen dat je een vaginistische reactie krijgt.

Verschillende soorten vaginisme

Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten vaginisme:

Psychogeen of organisch

Bij psychogeen vaginisme is er geen lichamelijke oorzaak. Jouw onderbewustzijn zorgt voor de onvrijwillige blokkade door het aanspannen van de bekkenbodemspieren. Dit is anders dan organisch vaginisme: hierbij is er wel een lichamelijke oorzaak. Dit is echter heel zeldzaam.

Primair en secundair

Er is een verschil tussen primair en secundair vaginisme. In het eerste geval heb je al vaginisme sinds jij jong bent en heb je nooit een tampon of vinger kunnen inbrengen. Secundair vaginisme ontstaat pas later. Eerder kon jij bijvoorbeeld wel een tampon inbrengen of zelfs pijnvrij gepenetreerd worden. Dit soort vaginisme kan ontstaan door bijvoorbeeld een verandering in je hormoonhuishouding, zoals na een zwangerschap of in de menopauze. Hierdoor maakt de vagina minder vocht aan, waardoor irritatie kan ontstaan. Ook een traumatische seksuele ervaring kan leiden tot secundair vaginisme.

Compleet en partieel

Het verschilt per vrouw wat zij wel of niet kan inbrengen. Sommige vrouwen kunnen bijvoorbeeld wel een tampon verdragen, maar geen penis. Dit is partieel vaginisme. Bij een compleet vaginisme kan niets worden ingebracht.

Situatief vaginisme

Bij dit soort is het afhankelijk van de situatie of een vrouw wel of geen geslachtsgemeenschap kan hebben. Zo kan iemand bijvoorbeeld met de ene partner wel vrijen, maar met de andere partner niet.

Dyspareunie

Wil je met een partner vrijen, dan lukt het niet. Maar heb jij een onderzoek bij bijvoorbeeld een gynaecoloog, dan kan diegene jou wel onderzoeken door een speculum (eendenbek) te gebruiken. Een vinger zelf inbrengen is ook geen probleem. We spreken van dyspareunie als de vagina op slot gaat bij een poging tot geslachtsgemeenschap.

Lees ook: Menstruatiemogelijkheden: wat kun jij allemaal gebruiken?

Verschil vaginisme en dyspareunie

Vaginisme en dyspareunie lijken op elkaar: beide aandoeningen zorgen ervoor dat de vrouw pijn heeft bij de penetratie. Ze vallen beide onder de noemer genitopelviene pijn-/penetratiestoornis. Dyspareunie kan allerlei oorzaken hebben, zoals irritatie aan de vaginawand of uitgedroogde slijmvliezen. Hier zijn soms relatief simpele oplossingen voor, zoals het gebruik van glijmiddel. Dyspareunie kan tot vaginisme leiden, omdat de angst voor pijn ervoor zorgt dat je meer gespannen raakt. Hierdoor doet vrijen inderdaad meer pijn en zo belandt jij in een vicieuze cirkel. Het verschil tussen dyspareunie en vaginisme is dat bij de eerstgenoemde de vagina wel gepenetreerd kan worden.

Oorzaken van vaginisme

We schreven al eerder dat de oorzaken veel vaker psychologisch dan lichamelijk zijn. Er is zelden een lichamelijke oorzaak te vinden. En heel af en toe is er ook geen psychische oorzaak. De menopauze of een moeilijke bevalling kunnen oorzaken zijn. Dit zijn de meest voorkomende oorzaken voor vaginisme:

Misbruik in het verleden

Als jij in het verleden seksueel misbruikt bent, dan kan je vaginisme ontwikkelen of een vaginistische reactie krijgen als jouw partner je benaderd. Je kunt het seksuele trauma herbeleven, ook al zou jij graag met je partner vrijen.

Relatieproblemen

Als je relatieproblemen hebt, dan is jouw libido vaak lager dan normaal. Door toch toe te willen geven aan zijn behoeften, ga jij over je eigen grenzen heen. Jouw lichaam kan hier een stokje voor steken, door de bekkenbodemspieren aan te spannen. Zo ontstaat een vaginistische reactie. Als jouw partner hier weinig begrip voor opbrengt, dan kun je in een vicieuze cirkel terechtkomen. Je voelt dan onzekerheid en ervaart soms zelfs schuldgevoel. Mocht jouw partner niet begripvol zijn en toch proberen door te gaan met de geslachtsgemeenschap, dan is het goed om je af te vragen hoe goed jullie relatie is.

Angsten

Mensen kunnen voor veel verschillende dingen bang zijn tijdens het vrijen. Die angst kan zorgen dat jij je bekkenbodemspieren aanspant, terwijl jij dat eigenlijk niet wilt. Enkele voorbeelden:

  • Jij bent bang dat je zwanger zult raken of dat jij misschien een soa zult krijgen van je bedpartner.
  • Tijdens je opvoeding kreeg je te horen dat seks vies is of dat je vanwege je religie geen seks mag hebben voor het huwelijk. Hierdoor kun je angstig raken.
  • Jouw eerste seksuele ervaring was pijnlijk en daarom ben jij bang dat het de volgende keer weer pijn zal doen. Ook verhalen van anderen over hun pijnlijke eerste keer kunnen voor extra spanning zorgen.
  • Je hebt faalangst: je bent bang dat jij het niet goed doet in bed.
  • De penis van je partner is groter dan gemiddeld. Daarom ben je bang dat deze niet in jouw vagina zal passen.

Je bent in een vicieuze cirkel beland

Niks is zo lastig als een vicieuze cirkel doorbreken. Je kunt hierin terechtkomen als het niet lukt om iets in te brengen in je vagina. De volgende keer dat jij het probeert, spannen je spieren zich onwillekeurig aan, uit angst voor pijn of dat het weer niet zal lukken. Als het dan inderdaad weer pijn doet als je een tampon wilt inbrengen of probeert om geslachtsgemeenschap te hebben, dan beland jij in een vicieuze cirkel. Hierdoor kan het komen dat je uiteindelijk helemaal niet meer wilt proberen om een tampon te gebruiken of te vrijen. Het kan ook zorgen voor negatieve gedachten of schaamte.

Zijn er behandelingen voor?

Gelukkig zijn er behandelingen voor vaginisme. Het is zelfs vrij goed te behandelen. Dit wil echter niet zeggen dat iedere vrouw behoefte heeft aan een behandeling. Ook kan niet elke vrouw geholpen worden met een behandeling. Het uiteindelijke doel is dat je zonder pijn en met plezier geslachtsgemeenschap kunt hebben.

Eerste stap: naar de huisarts

Als eerste is het belangrijk om naar je huisarts te gaan. Een huisarts, seksuoloog en gynaecoloog houden zich dagelijks bezig met zaken waar mensen zich voor schamen en vinden niks gek. Je huisarts kan jou verwijzen naar de juiste behandelaar.

Naar het ziekenhuis en/of therapie

Als eerste zul jij met je behandelaar het probleem bespreken. Het doel hiervan is te achterhalen wat de oorzaak van jouw vaginisme is. Stel dat je vroeger bent misbruikt, dan is het belangrijk om dit trauma te verwerken met therapie. Dit kan bijvoorbeeld met EMDR therapie.

Behandeling van vaginisme vindt vaak plaats in het ziekenhuis. Op die manier kan eerst worden uitgesloten dat er een lichamelijke oorzaak is. Heb je ook andere klachten, zoals een angststoornis of depressie, dan kun jij ook doorverwezen worden naar een psycholoog of een seksuoloog.

Bekkenbodemfysiotherapie

Niet alleen psychische klachten worden behandeld. Ook jouw bekkenbodemspieren spelen een heel belangrijke rol. Met bekkenbodemfysiotherapie leer jij om meer controle te krijgen over deze belangrijke spieren. Naast uitleg over de werking van de spieren, leer je ook hoe jij ze kunt aanspannen en vooral ontspannen. Daarnaast wordt er ook vaak aandacht besteed aan ademhalings- en ontspanningsoefeningen.

Tijdens therapie leer je ook om steeds een groter item in te brengen in je vagina. In het begin is dat bijvoorbeeld een (watten)staafje of een vinger. We noemen dit pelottentherapie. Je gaat steeds een stapje verder, met bijvoorbeeld een dikker staafje of meerdere vingers. Dit is bedoeld om de angst te overwinnen dat iets niet zou passen. De oefeningen kun jij thuis doen en in je eigen tempo. De therapeut is er om je bij te staan.

Schaamte door vaginisme

In 1994 bleek uit onderzoek dat ongeveer 150.000 vrouwen in Nederland vaginisme hadden. Waarschijnlijk heeft ongeveer 5% van de vrouwen in Nederland last van vaginisme. Er zijn echter geen duidelijke cijfers, omdat veel vrouwen zich schamen en niet naar de huisarts durven voor hulp. Toch willen we benadrukken dat er wel hulp mogelijk is én dat jij je niet hoeft te schamen. Het feit dat jouw lichaam niet doet wat jij wilt, is in geen geval jouw schuld. Praat er dus over, ook met jouw geliefde of nieuwe partner.

Vaginale bevalling als je lijdt aan vaginisme

Volgens bekkenbodemspecialist Ellen Hawinkels hoeven vrouwen zich geen zorgen over hun bevalling, zegt ze op de website Levenmetvaginisme.nl. Het is een ander proces: van binnen naar buiten, hetzelfde als wanneer ontlasting naar buiten komt. De persweeën helpen het proces. Een vaginale bevalling helpt helaas vaak niet bij het oplossen van vaginisme. De meeste vrouwen zijn ook na een vaginale bevalling nog vaginistisch.

Gerelateerde blogs

Reageer of stel een vraag

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

1 comment

Willy
oktober 22, 2022 9:33 am

Kan vaginisme erfelijk zijn en overdraagbaar van moeder op dochter?

Reply

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Tags

Kom jij ons ook volgen?