Column: confidence
Als therapeut is het heel makkelijk om het altijd over anderen te hebben. Over hun seksualiteit, hun relaties. Het is binnen de therapeutische relatie geoorloofd om helemaal niets over jezelf te vertellen. Dat maakt het aan de ene kant veilig voor de cliënt, omdat je objectief blijft als therapeut. Aan de andere kant lijkt het heel ongelijkwaardig omdat je andersom wel alles van de ander weet. Ik als persoon doe er ook lang niet altijd toe tijdens de sessie. Ik deel mijn mening vrijwel nooit, tenzij ik denk dat ze van toegevoegde waarde zijn voor de sessies.
Maar hier deel ik graag ik iets over mezelf, juist omdat ik denk dat het goed is om soms te laten zien dat kwetsbaarheid iets moois is. Iets waar je niet voor hoeft te schamen. And most of all: Om te laten lezen dat het heel menselijk is om af en toe niet zo lekker in je confidence te zitten.
Afgelopen week kwam ik er ineens achter waarom ik zo graag sport. Elke keer als ik sport krijg ik de bevestiging dat mijn lichaam sterk is, fit is. Terwijl ik mijn lichaam op heel veel andere momenten in twijfel trek: is het wel fit genoeg? Is het wel sterk genoeg? Is het wel slank genoeg? Is het wel gespierd genoeg? Is het wel strak genoeg?
Naar andere mensen toe kan ik eindeloos compassie hebben, hun lijven prachtig vinden, in welke vorm ze ook komen. Naar mijzelf toe lijk ik eindeloos kritisch te zijn.
Bijzonder hoe dat werkt, wetende dat ik niet de enige ben die last heeft van haar eigen interne criticus. Wat is het geheime ingrediënt om haar te verslaan? Hoe maken we haar milder?
De term zelfliefde komt in mij op. Al vind ik het inmiddels een wat misbruikte term. Maar wat het omschrijft is zo mooi: jezelf accepteren in al haar glorie. Compassie & empathie hebben. Jezelf kunnen vergeven en jezelf liefhebben. Gewoon om wie je bent.
Wat zelfliefde omschrijft is zo mooi: jezelf accepteren in al haar glorie. Compassie & empathie hebben. Jezelf kunnen vergeven en jezelf liefhebben. Gewoon om wie je bent.
Hetzelfde geldt voor bodypositivity: elk lijf mag er zijn. Daar hoor ik de interne criticus wel bij zeggen: zolang het maar wel gezond is. En misschien zit daar dan ook wel weer een waardeoordeel in, maar voor mij is dat wel een belangrijke waarde. En dat laat zich niet definiëren door een heel laag vet percentage, maar door een gezond lichaam.
Is het onrealistisch om te denken dat je nooit meer zal twijfelen aan je eigen lichaam? Is het een illusie om altijd maar trots te zijn op je lijf, op wie jij bent? Ik hoop het niet, maar misschien moeten we ook maar accepteren dat het mag; je mag af en toe onzeker zijn. Je mag af en toe even balen van je brede bovenbenen, van je gekke voeten of je platte billen. Zolang je je maar realiseert dat het jou niet definieert als persoon. Misschien zit hier ook wel weer een vorm van compassie naar jezelf toe in verwerkt: je hoeft namelijk niet altijd maar gelukkig te zijn met wie je bent of hoe jouw lichaam eruit ziet. Je mag af en toe even balen, zonder dat je hier dan weer over oordeelt vanuit een idee van bodypositivity, waarbij je altijd maar blij moet zijn met je zelf.
Je mag af en toe even balen van je brede bovenbenen, van je gekke voeten of je platte billen. Zolang je je maar realiseert dat het jou niet definieert als persoon.
Maar vind alsjeblieft een gezonde balans, waarbij je vaker in je kracht staat, dan dat jij jezelf klein maakt. Jij mag er namelijk zijn, in al je glorie. Net zoals ik, al voelt het niet altijd zo. Misschien moeten we niet zo hard voor onszelf zijn en verwachten dat we op het punt komen waarin we altijd maar alleen maar blij zijn met ons zelf.
Wees lief voor jezelf, en laat dat dan weer de boost geven om in je kracht te gaan staan.
Liefs,
Nynke
Reageer of stel een vraag
0 reacties